ATGB-advies 2402 – Thermische schil rond gemeenschappelijke verkeersruimten
De 29 appartementen van een nieuw te bouwen woongebouw worden ontsloten via een centrale entreehal en een gemeenschappelijke corridor op elke verdieping. De aanvrager van de omgevingsvergunning voor het bouwen wil de gemeenschappelijke verkeersruimten (centrale entree en corridors), op basis van gelijkwaardigheid, binnen de thermische schil leggen en de scheiding tussen de appartementen en de gemeenschappelijke verkeersruimten niet isoleren. Hiervoor heeft hij een BENG-berekening gemaakt van een situatie waarin de thermische schil rechtstreeks voldoet aan de eisen voor thermische isolatie (situatie 1) en van een situatie waarin de gemeenschappelijke verkeersruimten zijn opgenomen binnen de thermische schil en de scheidingen tussen de appartementen en de gemeenschappelijke ruimten niet geïsoleerd zijn (situatie 2).
Situatie 2 blijkt daarbij aan de regels voor BENG te voldoen, zoals die in artikel 4.149 van het Bbl zijn gesteld. Wat de aanvrager betreft is daarmee voldoende aangetoond dat het bouwwerk met gemeenschappelijke verkeersruimten binnen de thermische schil, op basis van gelijkwaardigheid, als bijna energieneutraal mag worden beschouwd. De gemeente is van mening dat bewoners geen controle hebben over warmteverlies via gemeenschappelijke ruimten en dat het Bbl, naast de BENG-eis, ook eisen stelt aan de thermische isolatie van scheidingsconstructies om te kunnen voldoen aan het doelvoorschrift in artikel 4.148 eerste lid van het Bbl dat een bouwwerk bijna energieneutraal moet zijn.