ATGB-advies 2210 – Daglichttoetreding bij legalisering bestaand woongebruik
Een bestaand pand aan een smalle steeg bestaat uit vijf bouwlagen en een grote kapconstructie. Volgens het bestemmingsplan is het gebruik van het perceel bestemd voor een industriefunctie. Voorheen waren er ateliers gevestigd in het pand. Inmiddels is het pand verbouwd tot vier boven elkaar gelegen woonfuncties en het gebruik van het perceel is daarmee gewijzigd naar woonfuncties. Dit is in strijd met het bestemmingsplan. De gevelopeningen zijn ongewijzigd gebleven.
De bouwkundig tekenaar heeft met een daglichtberekening aangetoond dat er voldoende daglicht in de woningen toetreedt als geen rekening wordt gehouden met belemmeringen buiten de perceelgrenzen. De daglichtopeningen zijn echter op minder dan 2 m gelegen van de perceelgrens of van het hart van de openbare weg. Daardoor mogen deze daglichtopeningen, conform artikel 3.78 tweede lid onder b, niet worden meegerekend voor de vereiste daglichttoetreding.
De aanvrager is echter van mening dat in dit geval het afwijken van de ‘2 m’-eis gerechtvaardigd is vanwege het feit dat het pand hier al 191 jaar staat en het pand op het naburige perceel reeds 87 jaar. In ATGB-advies 1611-1 heeft de ATGB aangegeven dat het zich kan voorstellen dat in sommige gevallen daglichtopeningen toch mogen worden gebruikt voor het bepalen van de vereiste daglichttoetreding. Bijvoorbeeld in een situatie waarin de daglichtopeningen zich op minder dan 2 m van de perceelgrens bevinden, wat strijdig is met het ‘burenrecht’ uit artikel 5:50 van het BW, en als die situatie reeds lange tijd bestaat (meer dan 20 jaar). Die situatie kan door de gemeente dan mogelijk als verjaard worden aangemerkt waardoor een basis ontstaat voor toepassing van de gelijkwaardigwaardigheidsbepaling in artikel 1.3 van het Bouwbesluit 2012. De aanvrager is van mening dat een dergelijke situatie ook in dit geval aan de orde is.