ATGB-advies 2401-1 – Niet-rookmeldergestuurde rookkleppen
In een nieuwbouwcomplex met woningen in 4 tot 5 bouwlagen is een ventilatiesysteem toegepast met natuurlijke luchttoevoer via de gevels en een mechanisch afzuigsysteem per woning dat aansluit op een centraal luchtkanaal dat door alle boven-elkaar-gelegen-woningen voert. De centrale luchtafvoerkanalen voeren door de woningscheidende vloeren die tevens de scheiding tussen de brandcompartimenten en de (beschermde)subbrandcompartimenten vormt.
Om te voorkomen dat brand in een woning via het centrale luchtafvoerkanaal binnen de vereiste WBDBO-tijd in een andere woning terecht komt is, ter plaatse van de doorvoer in elke vloer, een brandklep geplaatst die via een smeltlood automatisch dichtvalt zodra de temperatuur hoger dan 72 °C wordt. Ter plaatse van elke aftakking van het centrale luchtafvoerkanaal naar de woning, is een rookwerende terugslagklep geplaatst die automatisch dichtvalt zodra de richting van de luchtstroom van richting verandert. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren als gevolg van brand in een woning waarbij een behoorlijke drukopbouw ontstaat. Met de combinatie van brandklep en rookwerende terugslagklep wordt, volgens de opdrachtgever, aan de vereiste rookweerstand R200 voldaan.
NEN 6075 vereist in § 6.3.3. echter dat een rookklep rookmeldergestuurd moet zijn. Een rookwerende terugslagklep wordt niet in NEN 6075 benoemd. Bevoegd gezag heeft toepassing van een rookmeldergestuurde terugslagklep daarom ook als vergunningvoorwaarde benoemd. Hier is niet aan voldaan.
De brandveiligheidsadviseur is van mening dat de toegepaste rookwerende terugslagkleppen voldoende bestand zijn tegen bezwijken als gevolg van rookopbouw in een bovengelegen woning met brand waarvan de temperatuur ter plaatse van de brandklep nog niet de 72 °C heeft bereikt en de brandklep nog niet gesloten is. De brandweer is van mening dat het niet ondenkbaar is dat de brandklep nog niet gesloten is en dat desondanks de drukopbouw al zodanig hoog is, dat een rookwerende terugslagklep bezwijkt, daardoor plotseling een enorme luchtstroom op gang komt vanuit de brandruimte en daardoor niet aan de vereiste R200 wordt voldaan. De brandweer is van mening dat dit verschijnsel bij een rookmeldergestuurde terugslagklep niet het geval zou zijn.
De afweging van de ATGB die, naar het oordeel van de ATGB, in dit advies leidt tot een gelijkwaardige veiligheid, blijkt in de praktijk tot verwarring te leiden. Om deze verwarring op te heffen heeft de ATGB besloten om de afweging iets explicieter in de beschouwing weer te geven. Hiervoor zijn enkele aanpassingen doorgevoerd in de beschouwing. De redenering en conclusies zijn ongewijzigd. Dit aangepaste ATGB-advies 2401-1 vervangt het eerder uitgebrachte ATGB-advies 2401.